vrijdag 27 juni 2014

Schrijfmarathon

15 Juni (2014) was het eindelijk zo ver! Ik heb er lang naar uitgekeken, maar twee weken geleden was de dag eindelijk daar! Ik heb, inderdaad op Vaderdag, deelgenomen aan de eerste schrijfmarathon van Amersfoort. Deze werd door Schrijven in Amersfoort (SAm) georganiseerd. Van 13.45 uur tot 16.45 uur bijna non-stop schrijven. Met het idee om aan het einde van de middag met een compleet verhaal naar huis te gaan. Met trots kan ik vertellen dat ik die dag met een compleet kort verhaal de finish heb weten te bereiken.


De marathon was in zes etappes verdeeld. Het idee was dat we na de laatste rond een compleet (kort) verhaal zouden hebben.

                       Ronde 1: Een foto uitkiezen
                       Ronde 2: Personagedossier invullen
                       Ronde 3: Beschrijf de omgeving waar je personage zich bevindt
                       Ronde 4: Je personage vindt iets
                       Ronde 5: Flashback aan de hand van het voorwerp
                       Ronde 6: Je personage maakt een besluit


Er was een tafel waar foto's van personen op lagen. Hieruit moesten we een foto kiezen. De persoon op de foto werd ons personage. Ik hoefde niet lang te twijfelen. Mijn oog viel op onderstaande foto en mijn keuze was meteen gemaakt.


Bij het zien van deze foto kreeg ik meteen het idee voor een verhaal. Ik wist alleen toen nog niet dat er nog vijf andere rondes zouden volgen. Deze gooide natuurlijk roet in het eten, dan met name ronde 5. Het was een uitdaging om het verhaal d.m.v. de verschillende rondes toch zo te laten lopen zoals ik in eerste instantie bedacht had.

Hieronder vinden jullie mijn eerste marathonverhaal.
Ben heel benieuwd naar jullie reacties!





-------------------------------------------------------------------------------------------------

Muziek klinkt luid. Hij schopt een steentje weg en begint te lopen. Zijn muziek drukt hij uit en hij laat zijn koptelefoon in zijn nek hangen. De wind waait door zijn korte bruine haren. De zilte geur hangt in de lucht. Op de achtergrond klinkt de ruisende oceaan. Met zijn handen in zijn zakken loopt hij rustig op bloten voeten door het warme zand. Zijn schoenen heeft hij aan elkaar gebonden en hangen over zijn schouder. Hij staart naar het korrelige zand. Zo nu en dan ziet hij een verstopte schelp voorbij komen. Langzaam klinkt het geluid van zeemeeuwen. Met de stap worden de kreten van deze vogels luider. Dit kan maar één ding betekenen. Hij kijkt op en ziet de grote pier voor zich. De pier die tot ver in de oceaan reikt en stabiel op twaalf palen staat. Zijn oog valt op de verschillen lijnen die vanaf de pier in het water rijken. Hij ziet verschillende kinderen oplettend over de reling naar hun dobber staren. Een trotse vader of opa die vanaf de zijlijn staat toe te kijken. Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht. Tot een jaar of acht geleden was hij het die daar met zijn opa had gestaan. Daarna was het niet meer stoer om met je opa te vissen. Hoe stom is dat, daar denkt hij nu wel anders over. Hij zal maar wat graag nog iets geven om een keer met zijn opa te kunnen vissen.

In zijn ooghoek ziet hij iets naar beneden vallen. Hij kijkt om hoog en kan nog net wat wapperende haren bij de reling zien verdwijnen. Zijn nieuwsgierigheid wordt hem de baas. Hij rent richting de plek waar het voorwerp is geland. In het zand ligt een boek. Hij raapt het op, veegt de zandkorrels er af en bekijkt het. Daarna kijkt hij weer op naar de pier. Heeft iemand dit naar beneden gegooid?

Hij bekijkt het boek nog eens aandachtig. Er vormt zich een brok in zijn keel. Dit is één van de weinige boeken die hij thuis in zijn boekenkast heeft staan. Een boek dat meer emoties bij hem los maakt dan hij zou willen. Dit boek was zijn moeders favoriet. Zijn moeder… Hij sluit zijn ogen en haalt diep adem. “Oma! Oma!” riep het zesjarige jongetje terwijl hij het huis in rende. Met zijn grote ogen keek hij om zich heen, maar kon haar niet vinden. Ze was niet in de woonkamer en ook niet in de keuken. Hij rende de trap op. Stormde de gang door. “Oma!” riep hij weer. Hij rende de slaapkamer van zijn opa en oma in en trof zijn oma voor een grote doos op de grond aan. “Oma?” zei hij weer. Hij liep op haar af en zag tranen over haar wangen lopen. “Wat is er oma? Gaat alles wel goed?” zei hij terwijl hij haar schouder vast pakte. Zijn oma keek met een glimlach op. “Alles gaat goed jongen” verzekerde ze hem. Snel veegde ze haar tranen weg. “Wat is dat?” vroeg hij nieuwsgierig toen hij zag dat ze wat in haar handen hield. Meteen trok hij het uit haar handen. “Dit was van je moeder. Het was haar lievelingsboek”…

Hij hoort iemand wat zeggen, wat roepen. Is het tegen hem? Weer haalt hij diep adem waarna hij opkijkt. Niet ver bij hem vandaan ziet hij een meisje het strand op rennen. “Hé, mag ik m’n boek terug?” roept ze terwijl ze het zand probeert te trotseren. Hij kijkt even naar het boek in zijn handen. Wat moet zij met dit boek? Het is al zeker jaren oud… Hij kijkt weer op en ziet dat ze nu voor hem staat. “Mag het terug?” vraagt ze nogmaals met een glimlach. Haar groene ogen stralen. “Uhh… ja natuurlijk” stamelt hij.  “Bedankt. Ik was bang dat ik hem kwijt was” zegt ze terwijl ze het boek tegen haar borst drukt. “Hij viel gewoon van de pier” geint hij. Dit doet haar verlegen glimlachen. “Wat doe je met z’n oud boek?” de woorden verlaten zijn mond voordat hij er erg in heeft. Ze richt haar blik op de grond waardoor haar lange haren als een gordijn voor haar gezicht vallen. “Uhm…” ze klinkt onzeker. “Het is een boek van mijn moeder…” zegt ze terwijl ze opkijkt. “Hoe weet je dat het z’n oud boek is?” vraagt ze hem met opgetrokken wenkbrauw. Hij haalt diep adem voordat hij antwoordt geeft. “Het was mijn moeders lievelingsboek” “Was?” vraagt ze voorzichtig. Hij knikt. “O sorry, wat…” maar hij onderbreekt haar nog voordat ze haar zin kan afmaken. “Het is al lang geleden” legt hij uit. Er ontstaat een stilte tussen de twee. Hij glimlacht vriendelijk naar haar. Zij doet hetzelfde. “Ik ben trouwens Lilly” zegt ze terwijl ze haar hand uitsteekt en de stilte verbreekt. Hij pakt haar hand vast en schudt hem. “Darren”




"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

woensdag 25 juni 2014

Zaak 838

Een tijd geleden kreeg ik op de cursus een vel met een tabel. De tabel bestonden vier rijen. In de eerste stonden de getallen 0 t/m 9. In de tweede stond achter ieder getal een personage (bijv. tandarts, ongediertebestrijder, buschauffeur, schooljuf/meester). In de derde rij stonden allemaal locties (bijv. verpleeghuis, kantine, vergaderzaal, bruine kroeg). En in de laatste rij stond een lijst met emoties (bijv. opgewekt, weemoedig, boos, verdietig).

We moesten verschillende getallen onder de duizend opschrijven. Daarna was het de opdracht om d.m.v. de tabel te kijken welke combinatie's je had.

Één van mijn getallen was 838.
Dit gaf mij de volgende ingrdiënten:
                                                        8 - Politieagent
                                                        3 - Kasteel
                                                        8 - Argwaanend

Dat is een mooie combinatie!
Nadat we onze drie ingrediënten hadden uitgekozen, kwam de aap uit de mouw.
Op tafel werd een simpel wit koffiekopje gezet. Z'n dertien in een dozijn.
De opdracht was om een verhaal te schrijven waarin we dit koffiekopje een rol gaven.

Ik ben er voor gaan zitten met onderstaand verhaal als resultaat.
Ben benieuwd naar jullie reacties!




------------------------------------------------------------------------------------------------


Het is misschien wel het grootste raadsel van het onderzoek. Het voorwerp dat de meeste vragen op roept, omdat het helemaal niet in het plaatje past.

Agent Flack staart naar het koffiekopje wat nu in een bewijszak op zijn bureau ligt. Wat is het verhaal van het kopje?

Hij kijkt op naar de muur naast hem waar verschillende foto’s van het plaats delict hangen. Foto’s van prachtig servies. Servies wat hij zich nooit zal kunnen veroorloven. Tussen dat servies had dit witte koffiekopje gestaan. Gewoon simpel wit, helemaal niks bijzonders. Een koffiekopje dat overal te koop is. Een simpel koffiekopje dat veel vragen oproept.

Hij pakt het dossier van zijn bureau en bladert er doorheen. Geen vingerafdrukken, geen DNA. Zijn collega’s in heb lab hebben niks op het koffiekopje kunnen vinden.

Hoe kan het dan zijn dat dit koffiekopje in de keuken van het oude kasteel stond. Is het een boodschap van de dader?

Een week later bevind agent Flack zich in dezelfde positie. Hij zit in zijn bureaustoel, dit keer liggen er twee bewijszakken met witte koffiekopjes voor hem. Die dag was er weer een inbraakmelding binnen gekomen. Weer hadden zij een simpel wit koffiekopje in de keuken aangetroffen. Hebben ze hier met dezelfde dader te maken? Of is het toeval?

Dit keer was het plaats delict een vrijstaand huis, net buiten de stad. Is er een verband? Flack weet het niet… Naast de foto’s van het vorige plaats delict hangen nu nieuwe foto’s. Ook deze keer hebben zijn collega’s van het lab niks kunnen vinden. Flack zucht diep en laat de twee dossiers in de la van zijn bureau vallen. Hij ruimt beide koffiekopjes veilig op. Morgen weer een dag…

Er gaat een maand voorbij, maar Flack komt niet verder met zijn onderzoek. Er zijn inmiddels meerder inbraken gemeld. Iedere keer stond daar in de keuken een gewoon simpel wit koffiekopje. In alle gevallen hadden de bewoners de koffiekop nog nooit eerder gezien.

Flack staart naar de foto’s die nog steeds aan de muur hangen. Het geluid van tikkende hakken tegen de grond klinkt, maar Flack probeert zich er niet door af te laten leiden. “Don” klinkt de bekende vrouwenstem. “Hai Stell…” groet hij terug zonder op te kijken. Als hij merkt dat ze bij zijn bureau blijft staan kijkt hij toch op. “Ben je nog steeds bezig met die koffiekop-inbraken?” hij kan verbazing in haar stem horen. “Hij heeft nu wat, een week niks meer van zich laten horen?” zegt ze. “Don dat is gewoon een kind geweest die dacht grappig te zijn” vult ze aan. “Ik weet het niet Stell. Ik vind het frustrerend dat ik er maar niet achter kan komen” hij staart de foto’s weer aan. Stella knijpt zachtjes in zijn schouder. “Maar goed, waar kan ik je mee helpen?” vraagt hij zonder op te kijken. “We hebben een zaak” legt ze uit. Hij bestudeert de foto's aandachtig. Heeft hij iets over het hoofd gezien? “Don, ga je mee of blijf je hier naar die foto’s staren en hopen dat ze terug beginnen te praten?” klinkt Stella. Als hij op kijkt ziet hij dat ze al bij de deur staat. Don trekt zijn colbert aan en trekt vervolgens een sprintje.

Niet veel later loopt hij samen met Stella onder het afzetlint door. Voordat ze het huis in lopen laten ze hun badge aan de agent bij de voordeur zien en betreden daarna het plaats delict.

Op het eerste gezicht is er niks te zien. In de woonkamer staat alles netjes op z’n plek, maar zodra ze de keuken in lopen is de ravage zichtbaar. De bloedspetters zitten overal. Don’s oog valt meteen op iets bekends. “Stell…” zegt hij terwijl hij in de richting van het aanrecht wijst. Stella kijkt naar hem op en volgt zijn vinger. “We moeten eens dringend koffie met die gast drinken” ze zet haar onderzoekkoffer op de grond en haalt er een paar latex handschoenen uit. Ze onderzoekt het witte koffiekopje op vingerafdrukken. “Weer niks” zucht ze. “Ik ga kijken of de buren misschien wat gehoord hebben” kondigt Don aan. Hij haalt zijn notitieblok uit zijn binnenzak tevoorschijn. “Misschien nodigen ze je wel uit voor de koffie” hoort hij Stella geinen voordat hij de keuken uit stapt.

Hij staart naar het witte kopje met gele boterbloemen en gouden randen. Dit is al zijn vijfde kop koffie en heeft nog zeker zeven huizen te gaan. Met tegenzin drinkt hij het kopje leeg en plaatst deze op het bijpassende schoteltje. “Bedankt voor uw tijd en bedankt voor de koffie” Don stopt zijn notieboekje weer in zijn binnenzak. Hij staat op van de bank en bereid zich voor op het bezoek aan de buren. Nog meer koffie... Ondanks dat Stella er een grapje van maakte, weet hij dat ze gelijk heeft. Misschien was dat kopje er wel geplaatst om verwarring te veroorzaken. Op deze manier kunnen ze de omgeving van het slachtoffer meteen uitsluiten. Het idee dat hij nog zeker zeven koppen koffie moet drinken maakt hem misselijk. Misschien dat hij om water in een koffiekop kan vragen? Don haalt diep adem voordat hij het tuinpad op loopt. Hij klopt zwaar op de deur, die niet veel later door een oude dame wordt geopend. “Goedemiddag, ik ben detective Flack. Zou ik u een paar vragen mogen stellen over meneer Daniels” vraagt hij terwijl hij zijn badge in de lucht houdt. “O, gaat alles wel goed met de oude man?” vraagt de dame. “We hebben vanmiddag het lichaam van meneer Daniels in zijn huis aangetroffen” legt Don uit. “O, gut. Het was z’n vriendelijke man” zegt de dame terwijl ze Don binnen laat. “Laat mij eerst een kop koffie voor u inschenken” hoort hij haar zeggen terwijl ze de deur achter hun sluit. Don sluit zijn ogen, bij het volgende bezoek gaat Stella mee…




"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

vrijdag 13 juni 2014

Mijn allereerste column

Inmiddels zit de Schrijfproeverij er helaas op. Op de laatste avond stond het schrijven van columns in de spotlight. De opdracht was om een column te schrijven over iets wat je die avond had gedaan.
Hieronder het resultaat.

---------------------------------------------------------------------------------------------------

6 Happen Maaltijd

Ik voel de warme dampen tegen mijn gezicht, aroma’s vullen mijn neus, terwijl ik naar mijn bord staar, die brand in mijn schoot. Op mijn bord ligt een grote dunne pannenkoek met wel geteld drie plakken spek en een flinke scheut stroop, waarvan menig mens misselijk wordt, maar ik niet.

Hoe zal ik deze grote koek opeten? Rol ik hem gewoon op? Eigenlijk vind ik dat zonde. Door hem op te rollen zal hij binnen een paar happen op zijn. Dat is toch niet genieten? Zal ik hem dan in stukjes snijden? Er bestaat een kans dat tegen de tijd dat ik halverwege ben de rest van de pannenkoek koud is. En ik heb geen zin in een koude pannenkoek.

Ik besluit om toch voor het rollen te gaan. Ik steek mijn vork in de rand en draai hem als een echte pro om mijn vork. Dan moet ik maar heel langzaam kauwen, rustig eten. Genieten. Ik snij het eerste stuk af. Voordat ik hem in mijn mond stopt bekijk ik het stukje nog even. Ik zie de stroop glinsteren, de warme aroma’s vullen mijn neus. Rustig kauw ik er op. Ik proef de pannenkoek, gevold door de stroop en niet veel later volgt de spek. Ik moet genieten en blijf maar kauwen. Even laat ik het bestek op de rand van het bord rusten. Bij de tweede hap gaat het helemaal mis. Ik kijk niet naar wat ik in mijn mond stop en kauw het ordinaire weg. Nog geen vier happen later staar ik naar een leeg bord met een stroopvlek. Even knipper ik met mijn ogen. Ja, mijn bord is echt na zes happen leeg…

Mijn avondeten was een pannenkoek met spek en stroop.
Heb ik het geproefd? Misschien…
Heb ik ervan genoten? Nee…


"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

maandag 2 juni 2014

De tijd is daar!

Vandaag is het zover!
Nog geen paar minuten geleden is het eerste hoofdstuk van mijn online-verhaal "Schatten van de Woestijn" online gegaan. Hiermee is mijn online-verhaal en Cleo's avontuur officieel begonnen.

Hoe zal het voor Cleo zijn om voor het eerst naar een openbare school te gaan? Maakt ze makkelijk vrienden? Of is ze te naïf en makkelijk door de anderen te manipuleren. En waarom zijn zij en haar broertje door haar ouders naar Cleveland gestuurd?

Benieuwd naar de antwoorden? Neem dan een kijkje bij mijn nieuwe verhaal ;-)
Ik wens jullie veel lees-plezier en ben natuurlijk benieuwd naar jullie reacties!
Klik op de piramide om naar "Schatten van de Woestijn" te gaan: 



"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"