dinsdag 31 maart 2015

Story Cube Dinsdag, 5

Het is weer dobbeltijd!
Ook voor deze week zijn de dobbelstenen weer opgegooid. Op onderstaande foto is te zien met welke dobbelstenen ik deze keer een verhaal moest maken.

Volgende week ben ik weer terug met een nieuw Story Cube verhaal. Tot dan!




---------------------------------------------------------------------------------------------------

Het is een heldere nacht. De maan staat hoog aan de lucht. Duizenden sterren verlichten de donkere hemel. De normaal zo drukke straat is nu stil en wordt verlicht door verschillende lantaarnpalen. Aan de lange straat staat een hoog appartementencomplex van zestien etages. Voor de meeste ramen zijn de gordijnen gesloten. De hoofdingang is afgesloten, de balie van de portier staat er verlaten bij. Het gebouw is op dit tijdstip van de dag enkel nog toegankelijk voor bewoners via de ondergrondse parkeerplaats.

Op de zestiende verdieping woont de familie Anderson. De gordijnen voor de hoge ramen zijn gesloten. In één van de slaapkamers ligt de vijftien jaar oude dochter van het gezin, Rachel Anderson, te slapen. Ze draait zich onrustig om onder de dekens en kreunt zachtjes. “Nee, pas op!” roept ze in haar slaap, kort daarna schiet ze overeind. Haar bruine ogen staan wijd open. “Chill Rae, het was maar een droom” zegt ze zacht. Rachel kijkt op naar het boek dat open naast haar op bed ligt. Ze klapt het boek dicht. Leven in het Universum, staat er in grote letters op de kaft. Rachel legt het boek op haar nachtkastje. Ze draait zich om en neemt weer plaats onder de dekens. Dan klinkt er gerommel uit de woonkamer. Rachel’s ogen nu nog groter. Haar ouders zijn op zakenreis, de nanny heeft een avond vrij en haar broertje logeert bij een vriendje. Dus als er verder niemand in huis is, wie maakt er dan dit geluid? In het donker tast ze met haar hand het nachtkastje af. Waar is haar telefoon? Dan beseft ze zich dat die waarschijnlijk  nog op de keukentafel ligt. Wat moet ze nu?

Rachel stapt haar bed uit en sluipt op haar blote voeten naar de deur. Ze  duwt de deurklink naar beneden en trekt de deur geluidloos naar zich toe. Op haar tenen loopt ze haar kamer uit en weet zonder geluid de kamer van haar broertje in te glippen. Ze trekt zijn door de New York Yankee Pitcher Dellin Betances gesigneerde honkbalknuppel van de muur en houdt hem zo stevig vast dat haar knokkels wit worden. Rachel haalt een paar keer diep adem en probeert al haar moed te verzamelen.

Ze sluipt de kamer van haar broertje uit, de lange gang door. Als ze eenmaal in de woonkamer staat ziet ze niks vreemds. Alles staat er precies hetzelfde bij zoals ze het heeft achtergelaten voordat ze naar bed ging. Dan klinkt er gerommel uit de keuken. Rachel spitst haar oren en houd de honkbalknuppel in de lucht. Haar ogen worden groot. Zijn dat… voetstappen?

Met knikkende knieën en de honkbalknuppel in de aanslag loopt Rachel de keuken in. Wederom is er niemand te zien. Wel ziet ze haar telefoon op de bar liggen. Voordat ze haar telefoon oppakt vallen haar de open gordijnen bij de balkondeur op. De wind doet de gordijnen wapperen. De wind? Ze fronst haar wenkbrauwen. Dan pas valt het haar op de glazendeur naar het balkon op een kier staat. Ze weet zeker dat die dicht was toen ze naar bed ging. Zou dat betekenen dat de insluiper buiten is? Ze haast zich naar de deur, maar nog voordat ze hem dicht kan trekken verschijnt er iemand op het balkon. Ze kan degene niet goed zien. Het is te donker. Enkel een groot silhouet is zichtbaar. Zijn ogen lichten op. Is dit? Maar dat kan toch niet? Nog voordat ze wat kan doen wordt ze omringd door een fel licht. Alles begint te draaien, ze wordt licht in haar hoofd. Wat gebeurd er met haar?

Het felle licht wordt minder en begint langzaam te verdwijnen. Ze staat in haar pyjama op een groot veld. Haar blote voeten in her gras. De gesigneerde honkbalknuppel van haar broertje vastgeklampt in haar hand. Het veld is vol met gekleurde bloemen. In het midden van het veld staat een hoge toren. Verbaasd kijkt ze om zich heen. Waar is ze? Hoe komt ze thuis? Of droomt ze dit?




"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

maandag 30 maart 2015

Girl Online 2

Het is tijd voor een klein vreugdje dansje. Voor mij althans.

Ik weet niet meer precies wat ik aan het zoeken was op internet (misschien kwam het wel voorbij op Facebook), maar ineens verscheen de link met dit heugelijke nieuws. Zoe Sugg en Penguin Books gaan een tweede deel van Girl Online uitbrengen!!!

De titel is vooralsnog onbekend. Het boek wordt eind deze zomer verwacht. Sommige bronnen zeggen dat het tweede deel pas in November van dit jaar zal verschijnen. Maar who cares?! Het vervolg van Penny, Noah en Elliot is in aantocht!

Eerder schreef ik al een korte review over Girl Online.
Benieuwd naar de post? Klik op onderstaande hartjes om naar het bericht te gaan.




"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

woensdag 25 maart 2015

"Hij gaat naar de grote mensen!"

Vorige week was ik in het DierenPark om foto's te maken.
Onderstaande situatie speelde zich vlak voor mijn neus af. Ik merk dat, ondanks het een week geleden is, dit fragment nog steeds ergens in mijn hoofd rond spookt.

---------------------------------------------------------------------------------------

Het is een week geleden,
De ochtend was grauw, in de middag brak het zonnetje langzaam door.
Ik stond in het Paleis van Koning Darius in DierenPark Amersfoort. Camera in mijn hand, toen twee grootouders met hun klein kinderen het paleis in liepen. Ik gok dat de kinderen een jaar of 2 3 waren. Hun kleindochter, de jongste van de twee, klom de treden op naar de troon, terwijl hun kleinzoon vol bewondering naar de tijgers keek.

Vadertijger liep heen en weer langs de randen van het verblijf. Zo nu en dan stond hij stil en leek de omgeving in zich op te nemen. Lagen er geen indringers op de loer? De kust was veilig en vader zette zijn wandeling voort. Langzaam, maar zeker liep hij richting het grote glazen raam aan de overkant. Het raam heeft verdacht veel weg van een oude poort. Boven de glazen poort zit een ijzeren hek, waarvan net lijkt of dat 'ie naar beneden kan (dit is natuurlijk helemaal niet zo).

"Hij gaat naar de grote mensen!" riep het kleine mannetje. Zijn opa en oma keken beiden niet op of om. Opa was druk met het kleine meisje, terwijl oma foto's probeerde te maken van de tijger die achter het glas bij de troon lag. "Waarom rennen die mensen niet weg?" zei hij verontwaardigt. Maar wederom klonk er geen antwoord van zijn grootouders. Dit vond ik zo ontzettend jammer. Waarom speelde zij niet in op de beleving van hun kleinzoon?

Vadertijger liep verder en keerde na zijn ronde weer terug bij het grote raam. " Hij gaat naar de grote mensen!" riep het jongetje weer. " A nee, daar zit gewoon een raam" mompelde zijn opa. (En dit is nou precies wat mij niet lekker zit)

Ik voelde mijn ogen groot worden. Waarom hurkte ze niet naast het ventje neer om een kijkje in zijn wereld te nemen...




"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

dinsdag 24 maart 2015

Story Cube Dinsdag, 4



Hallo allemaal,

Het is weer dinsdag en jullie weten inmiddels denk ik wel wat dat betekent...

Juist! Het is weer tijd voor een Story Cube verhaal!

Dit keer had ik de dobbelstenen ruim van te voren (lees bijna een week) opgegooid. Het verhaal liet echter wat langer op zich wachten. Vanochtend kreeg ik pas inspiratie voor een verhaal.

Met de volgende afbeeldingen is onderstaand verhaal tot stand gekomen.





---------------------------------------------------------------------------------------------------

Het was vroeg in de ochtend. De meeste gasten sliepen nog in het oude kasteel dat, met zijn honderden kamers, nu voldeed als een luxe hotel. De kamers waren groot, ontworpen voor rijke families die van Luxe hielden. Of in dit geval een groot gezin van zes, die deze reis in een loterij hadden gewonnen.


Het gezin dat de week in kamer 101 had doorgebracht was die ochtend al vroeg in de weer. Het was een familie die bestond twee hardwerkende ouders, drie puberende tieners van zeventien en zestien, een beginnende puber van twaalf en een peuter van twee. Zij waren al uren wakker en waren nu druk bezig met het inpakken van de laatste koffers.

“Niet te geloven dat deze week er alweer op zit” zuchtte de moeder van het gezin terwijl ze de broek van de peuter op trok. “Niet te geloven dat mensen bereid zijn veel geld neer te leggen om hier hun vakantie door te brengen. Je hebt hier geen bereik of WI-FI?!” klaagde hun oudste zoon. “PJ, er is meer dan dat scherm van je telefoon” zuchtte zijn moeder. PJ trok zich niks van zijn moeder aan. Hij viste zijn telefoon uit zijn broekzak en hield hem in de lucht. “Denk je echt dat dat je nu wel ineens bereik hebt?” vroeg zijn één jaar jongere zusje Lucy. Ze propte een stapel shirtjes in haar koffer en probeerde daarna snel de koffer dicht te slaan. “Het had toch gekund, Luce…” maar hij kreeg geen reactie. “Hé, help me eens” PJ keek op en zag dat Lucy op haar koffer was gaan zitten. Ondanks dat ze er met haar volle gewicht op zat leek ze haar koffer niet dicht te krijgen. PJ rolde met zijn ogen, meiden… Hij stopte zijn mobiel weer in zijn broekzak en nam plaats op de koffer. “Jemig Luce, wat neem je allemaal mee terug?” vroeg hij toen de koffer onder zijn gewicht nog niet helemaal sloot. “Gewoon wat spullen” antwoordde ze. “Schuif eens op” PJ deed wat ze hem vroeg en creëerde een klein beetje ruimte. Lucy leunde met haar knieën op de koffer waardoor de laatste centimeters dicht gingen. Snel trok Lucy de rits dicht. “Zou je me ook met mijn andere koffer willen helpen?” vroeg ze haar broer. “Oké” zuchtte PJ. Broer en zus liepen beide naar de paars gebloemde koffer. “PJ, Luce, hebben jullie mijn vergrootglas gezien?” hun jongere broertje, Spencer, kwam de kamer binnengestormd. “Heeft mam die niet in je koffer gedaan?” antwoordde PJ. Spencer schudde zijn hoofd. “Ik heb m’n hele koffer leeg gehaald, maar heb hem niet kunnen vinden” hij sloeg zijn armen over elkaar. “Je hebt wat?!” zei Lucy terwijl ze met grote ogen opkeek. “Ja hallo, ik had hem nodig” klonk Spencer’s verweer. “Als mam er achter komt” grijnsde PJ. “Spencer!!!” klonk de stem van hun moeder luid. Spencer kneep zijn ogen dicht. “Ik denk dat mam m’n lege koffer heeft gevonden…” zei hij zacht. “Spence, kom hier, nu!” riep hun moeder weer. Spencer draaide zich om en rende de kamer uit. Lucy duwde Spencer op haar koffer, ritste hem dicht en maakte de twee ritsjes met een hangslot vast.


Spencer pakte samen met hun mopperende moeder zijn koffer opnieuw in, terwijl hun vader de koffers op elkaar stapelt bij de deur. Hun koffers werden door een piccolo opgehaald en naar het taxibusje gebracht. En een halfuur later zat het hele gezin in het busje. De taxichauffeur reed hun langs velden die vol stonden met prachtige gekleurde bloemen.  “Penny, zie je de eendjes” Lucy zette de kleine peuter op haar schoot en wees naar de drie zwemmende eendjes in de rivier. “Eendjes!” klapte Penny enthousiast. De eendjes leken net met het busje mee te zwemmen. De chauffeur reed de burg over waarna ze verschillende kleine dorpjes passeerden. Na een uur stonden ze met zijn zessen voor het vliegveld. Penny werd door PJ gedragen, terwijl Lucy samen met hun ouders de koffers incheckte. Ze liepen door naar de douane, waar ze één voor één door de poortjes liepen. Natuurlijk gingen de alarmbellen bij Spencer af, die een handje vol muntgeld en een paperclip in zijn broekzak bleek te hebben. Het was haasten naar de gate, maar ze waren er nog net op tijd.

Na wat geïrriteerde blikken van hun medepassagiers zat de familie dan eindelijk in hun stoelen. Spencer zat bij het raam. PJ zat naast hem en naast PJ zat Lucy. In de rij voor hun zaten hun ouders met Penny tussen hun in. “PJ, heb jij nou nog wat voor Sarah kunnen vinden?” vroeg hun moeder terwijl ze tussen de twee stoelen door naar achteren keek. “Natuurlijk” grijnsde PJ. “Je hebt toch niet z’n suffe souvenir uit het hotelwinkeltje gekocht toch?” klonk Lucy. “Wat? Nee, natuurlijk niet” verdedigde PJ. Hij graaide met zijn hand in de binnenzak en haalde er een blauw doosje uit. PJ opende het doosje en een kettinkje met een vallende ster er aan. De monden van hun moeder en zusje vielen allebei open. “O PJ, het is schitterend” complimenteerde hun moeder. “Ik dacht omdat die plek bekend staat om de vallende sterren” legde PJ uit terwijl hij met zijn andere hand over zijn nek wreef. Lucy schudde verbaasd haar hoofd. “Hoe kan het dat jij z’n geweldig cadeau hebt uitgekozen. Jouw cadeaus zijn altijd vreselijk” haar verbazing was duidelijk hoorbaar. PJ klapte het doosje dicht en stopte het weer veilig in de binnenzak van zijn jas.


"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

dinsdag 17 maart 2015

Story Cube Dinsdag, 3


Hier ben ik dan weer. Het is dinsdag en dat betekent: STORY CUBE VERHAAL-TIJD!!! Inderdaad, weer lekker op de valreep. Volgende week moet ik dit echt anders gaan doen... Maar goed dat terzijde.

Hieronder de foto die bij dit derde verhaal hoort.
Zoals jullie op de foto kunnen zien heb ik in het derde rijtje de middelste dobbelsteen op zijn kop heb liggen. Het is dus een vlam (of vuur)  en geen duistere draak ;)


---------------------------------------------------------------------------------------------------


Het was al laat in de avond. De maan stond hoog aan de heldere hemel die werd verlicht door duizenden sterren. Vier vrienden waren druk aan het werk in de duistere woestijn. "Zo, onze slaapplaats is klaar" zei Kyle terwijl hij hun onderkomen voor de nacht bestudeerde. Ze hadden van hun parachutes een tent weten te maken die hun hopelijk kon beschermen tegen zandstormen en de wilde dieren. "Dat hebben jullie goed getimed, het eten is ook klaar" glimlachte Daniëlla. Ze gebaarde naar de pan die op het kampvuur stond te pruttelen. "Dat ruikt lekker D" complimenteerde Alex. Daniëlla schepte vier kommetjes vol met soep en overhandigde de jongens één voor één een stomende kom. "Je hebt goede inkopen op de markt gedaan" complimenteerde Brad. Kyle schonk haar een knipoog die Daniëlla deed blozen.


"Niet te geloven dat we zo dichtbij zijn" zei Brad nadat hij zijn kom leeg had geslurpt. De vier vrienden keken naar de grote zandvlakte voor hun. Waar ze ook keken, overal was zand. "We hebben de top gewoon gevonden" glimlachte Alex. "Kun je nagaan hoeveel graafwerk we nog voor ons hebben" zuchtte Daniëlla. "Jij moet ook altijd zand in onze ogen strooien" geinde Alex. Hij gaf haar een speelse duw. "Dani heeft wel gelijk" verdedigde Kyle. "Dit puntje is nog maar het topje van de ijsberg. Het zal dagen, weken, misschien zelfs maanden duren voordat we de ingang vinden" vulde Kyle snel aan. "Maar daar hebben we de lokale bevolking voor" zei Brad. Hij sloeg zijn onderbenen over elkaar heen en rustte zijn armen achter zijn hoofd op een kleed in het zand. Daniëlla's mond viel open. "Kom op D, je weet dat we dit niet zonder ze kunnen" zei Alex snel. Hij wist hoe gevoelig de zwaar onderbetaalde werkende bevolking bij haar lag. "Maar ze..." begon Daniëlla. Kyle onderbrak haar direct. "Als we de piramide vinden kunnen we ze het geld geven wat ze verdienen" Kyle stond op en schonk nog wat soep in. " En wat als we de piramide niet vinden" zei Daniëlla voorzichtig terwijl ze wegkroop in de kraag van haar dikke vest. "Dan krijgen ze niks" klonk Brad's antwoord kort. Alex zag de spanning in het lichaam van zijn zusje toenemen en sloeg een arm om haar heen. "Dat is onzin. Natuurlijk krijgen ze betaald" zei Kyle. "O ja? Met welk geld?" zei Brad en hij sloot zijn ogen. "Ik ga slapen" kondigde Daniëlla aan. Ze stond op en liep de zelfgemaakte tent in. Alex staarde zijn zusje na. "Gast, was dat nou echt nodig?" maar Brad opende zijn ogen niet. "Je weet hoe ze er over denkt" fluisterde Alex in de hoop dat ze hem niet kon horen. "Misschien had ze dan thuis moeten blijven" antwoordde Brad. "Je weet dat we Dani nodig hebben" verdedigde Kyle. "Gast, je baalt er gewoon nog steeds van dat ze je heeft afgewezen" Alex stond op. Van de tent keek hij naar zijn goede vriend, die nog steeds zijn ogen gesloten had. "Wie zegt dat ze me heeft afgewezen, misschien..." er verscheen een grijns op Brad's gezicht. "Ik ben haar broer Brad, ze vertelt mij alles" zei Alex hoofdschuddend en hij liep de tent in. "Ik wil me er niet mee bemoeien, maar misschien is het tijd om je er overheen te zetten, B" met die woorden liep ook Kyle de tent in.

De volgende ochtend hingen de spanningen overduidelijk nog steeds in de lucht. Toen Alex de zelfgemaakte tent uit liep en om zich heen keek zag hij Daniëlla nergens. Zou hij niet goed hebben opgelet en lag zij nog steeds in haar slaapzak? Het duurde niet lang voordat Kyle en Brad ook wakker waren. De drie jongens maakten ontbijt. “Ligt ze nou nog steeds te slapen?” vroeg Alex. Brad haalde zijn schouders op en nam een slok uit zijn veldfles. “D, wakker worden. Het ontbijt is klaar” zei hij terwijl hij zijn hoofd in de tent stak, maar hij kreeg geen antwoord. Alex fronste zijn wenkbrauwen. “D?” maar hij kreeg wederom geen antwoord. Hij stapte de tent in en kwam daarna al snel tot de ontdekking dat de slaapzak van Daniëlla leeg was. Alex zijn ogen werden groot. Alarmbellen begonnen te rinkelen. “Ze is hier niet!” riep hij. “Hoe bedoel je?” vroeg Brad. “Dani’s slaapzak is leeg” legde hij uit terwijl hij de tent uitstapte. Zoekend keek hij om zich heen. Overal was zand. Was ze echt de woestijn in gegaan? “Alex, maak je niet druk. Misschien is ze een wandeling gaan maken” met felle ogen keek Alex op naar Kyle. “Voel je je wel lekker? We zitten hier in de woestijn! Waarom zou ze hier in vredesnaam een wandeling willen gaan maken?” riep Alex gefrustreerd. “Het is niet alsof ze hier nog niet eerder is geweest” probeerde Kyle hem te kalmeren, maar het hielp niet. “Wat als ze verdwaald? Wat als ze niet genoeg water bij zich heeft?” snel pakte Alex zijn rugzak en stopte er wat spullen in. “Je gaat toch niet achter haar aan?” zei Brad toen hij Alex een extra fles water in zijn rugzak zag stoppen. “Gast, het is mijn zusje, natuurlijk ga ik achter haar aan!” bromde Alex. “Straks verdwaal je nog” volgde Brad. “Je maakt je druk om mij, terwijl Dani nu alleen door de woestijn struint?” Alex schudde zijn hoofd. “Lex chill, Dani kent de woestijn als geen ander” probeerde Kyle nogmaals. Maar zijn vriend kalmeerde niet. “Ga jij mee?” vroeg Brad verbaasd toen hij Kyle zijn rugzak op zag doen. Kyle knikte enkel. Brad zuchtte diep en stond vervolgens op, “Oké, welke kant gaan we op?”.

De drie vrienden pakten hun spullen en besloten om in een cirkel rond het kamp te gaan lopen. “Waar is ze toch?” schreeuwde Alex na een paar uur zoeken. Zijn wanhoop was duidelijk te horen. Kyle legde een hand op zijn schouder “We vinden der wel” verzekerde hij zijn beste vriend. “Als haar ook maar iets overkomt is dat jouw schud” Alex draaide zich om naar Brad en staarde hem aan, zijn ogen vol woede. “Kom op Lex” zei Kyle terwijl hem aan zijn arm mee trok. Alex liep voor de jongens uit. “Wat heb ik gedaan?” zei Brad toen hij zeker wist dat Alex hem niet kon horen. “Je reactie gisteravond was nou niet bepaald subtiel” antwoordde Kyle. “Dan nog” klonk Brad. “Kom op Brad, Dani mag misschien even oud zijn, maar voor Alex zal ze altijd zijn kleine zusje blijven” zei Kyle waarna hij achter Alex aanliep.


De jongens trotseerden kilometers zand, maar zagen Daniëlla nergens. Alsof hun tocht nog niet zwaar genoeg was trok er ook nog een zandstorm op. Zonnebrillen werden opgezet en sjaal tot over hun neus omgedaan. “Misschien is ze al weer terug bij het kamp” riep Kyle over de wind. “Wat als ze dat niet is?” riep Alex terug. “Als we nu verder lopen, is de kans groot dat we het kamp niet meer terugvinden” zei Kyle. “Ik laat haar niet alleen achter” zei Alex wanhopig. “Lex, jij beloofd Brad niks aan te doen, dan gaan jullie samen terug naar het kamp” droeg Kyle op. “En Dani dan” riep Alex. “Ik zal verder zoeken” verzekerde Kyle hem. “Lex, als iemand D kan vinden in deze zandbak, dan is dat Kyle wel!” riep Brad terwijl ze Kyle in de storm zagen verdwijnen.

Er was nog één plek die Kyle kon bedenken waar ze nog niet hadden gekeken. Nog één plek waar Daniëlla kon zijn. Kyle trotseerde de storm en bleef voor een grote zandheuvel staan. "Dani?!" riep hij tegen zijn sjaal. Kyle liep een rondje en zag iemand op de helling van de heuvel zitten. De persoon droeg een zonnebril en had net als hem de neus en mond met een sjaal bedekt. "Dani!" riep hij nogmaals. De persoon keek op en Kyle haalde opgelucht adem. Hij liep de helling naar haar op. Toen hij bij haar kwam zag hij een schep naast haar in het zand liggen. "Gaat alles goed?" vroeg hij haar. Daniëlla knikte. Kyle bond de schep aan zijn rugtas, daarna trok hij haar uit het zand.

Met zijn tweeën trotseerde ze de storm. Na een flinke wandeling kwamen ze gelukkig ongedeerd aan bij hun kamp, waar Alex zijn zusje opgelucht in zijn armen sloot. De zandstorm zette door en werd als maar erger. Met zijn vieren trokken ze zich terug in de tent en besloten om daar de storm uit te zitten. Ze aten een simpele maaltijd en kropen niet veel later in hun slaapzakken.

Midden in de nacht werd Kyle wakker. Buiten klonk geen suizende wind. En de tent leek ook stil te staan. Voor de tent brandde een kampvuur. Een silhouet zichtbaar op de wand van de tent. Voorzichtig, zonder de anderen wakker te maken, sloop Kyle de tent uit en zag Daniëlla op een kleed in het zand voor het vuur zitten. Een deken strak om haar lichaam. "Hey" glimlachte Kyle. "Hi" glimlachte Daniëlla terug. "Wilde je nou echt in je eentje die piramide opgraven?" vroeg hij. "Ik had gehoopt een stuk verder te komen" gaf ze eerlijk toe. "Stom hè?" zei ze. Kyle schudde zijn hoofd en nam naast haar plaats op het kleed. "Nah, misschien een beetje overmoedig" hij schonk haar een knipoog. Het tweetal ging wat dichter tegen elkaar zitten en deelde de deken die Daniëlla om haar heen had geslagen. Daniëlla leunde met haar hoofd tegen zijn schouder. Beide staarde naar de sterrenhemel. "De lucht is hier echt schitterend" zei Daniëlla. Kyle knikte. "Zie je die sterren daar?" zei Kyle terwijl hij naar de een groep sterren in de hemel wees. Nu was het aan Daniëlla om te knikken. Kyle sloeg onder de deken een arm om Daniëlla heen en vertelde haar een verhaal over de sterrengroep. Beiden vielen niet veel later onder de deken in slaap.

De volgende ochtend werd het tweetal door de eerste zonnestralen gewekt. Beide stonden meteen op en maakten het ontbijt. Het duurde niet lang voordat ook Alex en Brad wakker waren. Na het ontbijt maakten ze zich klaar en besloten om terug te gaan naar de locatie van de piramide.

De wandeling was veel korter dan de de dag ervoor. Binnen no-time stonden ze voor de grote zandheuvel. "Waar gaan we beginnen?" vroeg Alex terwijl ze de enorme heuvel bekeken. Gelukkig voor hun was het puntje wat ze hadden gevonden nog steeds zichtbaar. Het was bijna niet te geloven, maar de zandstorm die gisteren nog door de woestijn raasde had zowaar zand weggeblazen, waardoor het kleine puntje wat ze hadden en stuk groter was geworden. "De piramide is hier" klonk Daniëlla. In twee groepen van twee besloten ze om om de heuvel heen te lopen. Wie weet wat de storm nog meer had gedaan. Alex en Dani gingen de ene kant op, Kyle en Brad de andere kant.

"Lex, Dani! Hier zo!" riep Brad. Broer en zus keken elkaar even aan, waarna ze zo snel mogelijk door het zand naar de andere kant probeerde te rennen. Ze bleven naast hun vrienden stil staan. Hun ogen werden groot. "No way..." zei Alex verbaasd. "Wow" klonk Daniëlla. De storm had zoveel zand weggeblazen waardoor de ingang van de piramide zichtbaar was geworden. De ingang was omringd met afbeeldingen van scarabeeën. Boven de ingang stonden verschillende hiërogliefen afgebeeld. "Dani, kan jij lezen wat er staat?" vroeg Kyle terwijl hij naar haar opkeek. Daniëlla's ogen werden groot. "D?" vroeg Alex. Daniëlla keek van de ingang op naar haar drie vrienden, "Het is een vloek".



"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

woensdag 11 maart 2015

Story Cube Dinsdag, 2

Hallo allemaal,

Ik weet dat ik een dagje te laat ben, maar hier ben ik dan weer met een Story Cube verhaal. Dit tweede verhaal heeft mij meer moeite gekost om te schrijven dan het eerste verhaal. Ik ben er gisteren echt van 's ochtends vroeg tot 's avonds LAAT mee bezig geweest.

Hieronder vinden jullie de foto met gegooide dobbelstenen.

Ben benieuwd naar jullie reacties!
Volgende week weer een nieuw Story Cube verhaal (die natuurlijk wel op dinsdag online zal staan).


---------------------------------------------------------------------------------------------------


Hoog boven de oceaan vloog een klein vliegtuig in de heldere blauwe lucht. De propellermotoren draaiden volop. Aan boord zaten zes mensen. Vier onderzoekers, een sjamaan en de piloot. Het zestal was opzoek naar een verbogen eiland midden in de Indische Oceaan.

Ryder staarde uit het raam naar het glinsterende water onder hun. Hij was vastberaden om de ruïnes te vinden. Jaren geleden hadden zijn ouders de ruïnes ontdekt en onderzocht. Een aantal schatstukken waren uit de ruïnes meegenomen en afgevoerd naar musea. Foto’s waren gemaakt en hadden in verschillende kranten gestaan. Maar op zijn ouders na wist niemand waar deze ruïnes precies lagen. Dit hadden zij bewust gedaan, om het te beschermen tegen de hebzucht van de mens. In de jaren die volgden werd het onrustig. Men dacht dat zijn ouders alles hadden verzonnen, enkel omdat zij weigerde om de locatie van de ruïnes te vertellen. Hun plotseling overlijden riep alleen maar meer vraagtekens op. Sommige waren er van overtuigd dat ze zelf uit het leven waren gestapt. Ryder die toen nog te jong was om alles te begrijpen, maar wist nu wel beter.

Een aantal jaar geleden vond hij in de oude studiekamer van zijn vader per toeval een kleine doos in één van de bureaulades. Als hij niet zo hard aan de la had getrokken was hij nooit achter de dubbele bodem gekomen die het bureau voor hem verborgen hield. In de la lag een kaart en een dik oud logboek van zijn vader. Hij had het logboek uren lang zitten lezen. De kaart dagen bestudeerd. Het ging over de ruïnes en een masker dat zijn vader beschreef als het masker met de twee gezichten. Hij vertelde zijn beste vriend Nicholas over zijn vondst. Samen gingen ze op onderzoek uit. Na verschillende berekeningen dachten zij de locatie van de ruïnes te hebben achterhaald. Ryder was vast besloten de ruïne en het masker te vinden om zo de eer van zijn ouders te herstellen. En met dit team ging dat zeker lukken.

Vlak voor hun vertrek was er iets vreemds gebeurd. Er was een sjamaan op hem afgekomen. Hij smeekte Ryder om hem mee te nemen, voor zijn veiligheid. Ryder twijfelde. Was deze man te vertrouwen? Maar toen de man hem dingen wist te vertellen over zijn ouders, dingen die niemand anders kon weten, wist Ryder dat hij deze man mee moest nemen. De medicijnman, die zichzelf Bimo noemde, zat in de stoel voor hem gekleed in een lichtblauw gewaad en een ketting gemaakt van stukjes botten. De piloot was de kleinzoon van de kapitein die Ryder’s ouders destijds met zijn boot naar het eiland had gebracht. Toen Ryder en Nick hem benaderde wilde hij hun maar wat graag helpen. In de stoel naast hem zat Nick, zijn beste vriend, die hem al jaren door dik en dun steunde. Ryder wist niet wat hij zonder hem zou moeten.  Achter hem zaten twee goede vrienden van hun, James en Alice. Een broer en zus die hij en Nick tijdens hun studie aan de universiteit hadden ontmoet. Met een glimlach keek hij naar Alice die met haar hoofd tegen de schouder van haar broer lag, haar ogen gesloten.

“Niet te geloven dat we over een paar uur eindelijk voet op het eiland zullen zetten” klonk Nick enthousiast. Ryder keek op en knikte instemmend. “Ik geloof het pas als we er staan” glimlachte Ryder. Hij stond op en liep naar de cockpit en nam plaats op de lege stoel naast de piloot. Ryder fronste zijn wenkbrauwen bij het zien van de donkere wolken voor hen. “Maak je geen zorgen, die storm gaat voor ons uit” zei de piloot alsof hij zijn gedachten kon lezen. “Weet je het zeker?” de piloot knikte. “Die donkere lucht hangt al een tijdje voor ons” lichtte hij toe. Ryder haalde opgelucht adem. “Bedankt Jackson” met die woorden liep hij terug naar zijn zitplaats.

Een uur later werd Ryder wakker geschud. Langzaam opende hij zijn ogen. “Ik ben wakker” mompelde hij, maar het geschud hield niet op. Ryder’s ogen schoten open. Meteen keek hij uit het raam en zag niks anders dan de donkere grauwe lucht. Regen kwam hard naar beneden. Zijn groene ogen werden groot, ze zaten midden in de storm. Ryder maakte Nick wakker en zei hem dat hij James en Alice wakker moest maken, terwijl hij Jackson ging helpen.

“Ik dacht dat je zei dat de storm voor ons uit ging” Ryder plofte in de stoel naast Jackson neer. “Dat was ook zo tot de wind van richting veranderde” legde Jackson uit. “En nu? Kan je haar in de lucht houden totdat de storm voorbij is?” Jackson knikte. Zweetdruppels liepen over zijn voorhoofd. “We zijn dichtbij. Met een beetje geluk kan ik haar aan de grond krijgen en wachten we de storm af” hij wees naar het kleine eiland wat nog kilometers weg leek. “Geluk?” herhaalde Ryder. Jackson knikte. “Maak je geen zorgen, ik heb leren vliegen van de beste” verzekerde Jackson hem. “Kan ik je helpen?” vroeg Ryder, maar Jackson schudde zijn hoofd. “Als jij er voor zorgt dat de rest zijn gordel om doet en zich zo klein mogelijk maakt, zorg ik er voor dat ik haar met beide wielen op de grond krijg” Ryder wenste hem succes en liep daarna terug naar de rest.

Iedereen maakte zijn gordel vast en boog voorover. Voordat Ryder voorover boog keek hij op naar achteren en zag hoe James een arm om Alice heen sloeg. “Zit iedereen klaar?” schreeuwde Jackson over alle herrie van de storm en het geschud van het vliegtuig. Ryder boog voorover en schreeuwde een harde ja terug. Ryder kon voelen dat Jackson de landing in zette. Het vliegtuig begon nog heviger te schudden. Er klonk een knal, waarna alles zwart was.

Ryder opende met een kreun zijn ogen. Hij voelde wat over zijn hoofd glijden. Hij kneep zijn ogen even dicht. Met zijn hand veegde hij over zijn slaap. Hij opende zijn ogen en zag dat zijn vingertoppen rood waren. Langzaam herinnerde Ryder de vlucht weer. Hun reis naar de ruïnes. De storm… Hij keek uit het raam en zag niks anders dan water. Waren ze neergestort? Meteen keek hij op naar Nick, die met gesloten ogen in de stoel naast hem zat. “Nick…” zei hij zachtjes. Hij schudde hem aan zijn schouders. Nick kreunde zachtjes. Kort daarna opende hij zijn ogen. “Gaat alles goed?” vroeg hij. “Wat is er gebeurd?” vroeg Nick. “Ik heb geen idee” antwoordde Ryder. “Hoest met de rest?” vroeg Nick vervolgens. Ryder sloot zijn ogen, daar wist hij het antwoord niet op. “Ik kijk bij Jackson en Bimo” zei Nick en hij stond op. Ryder klom uit zijn stoel en keek naar de rij achter hem. Alice hing met haar hoofd richting het gangpad. Haar lange bruine haren als een gordijn om haar gezicht. Voorzichtig haalde Ryder het haar uit haar gezicht. “Alice…” hij tikte haar zachtjes op haar wang. “Ally” zei hij nogmaals. Haar bruine ogen opende langzaam. “Heb je ergens pijn?” vroeg hij haar. Toen Alice haar hoofd schudde haalde Ryder opgelucht adem. “Ryder!” hoorden ze Nick roepen. “Help Nicholas maar, dan probeer ik James bij te brengen” verzekerde ze hem.

Ryder haastte zich naar Nick en trof hem met de sjamaan in de cockpit aan. “Hij zit vast Ry” legde Nick uit terwijl hij naar Jackson gebaarde. “En als we het samen proberen?” de twee vrienden keken elkaar even aan. Beiden gingen aan een kant van Jackson staan en probeerde hem uit zijn stoel te tillen. “Ik zei toch dat het me ging lukken” klonk de zwakke stem van Jackson uit het niets.

Jackson had op de één of andere manier het vliegtuig op het strand weten te krijgen zonder te veel schade aan te richten. Voor zover ze konden zien leek alleen één van de motoren beschadigd. Op een paar schrammen na kwam iedereen ongedeerd het vliegtuig uit. Iedereen behalve Jackson. Na een kort onderzoek van de sjamaan werd bekend dat Jackson zijn been had gebroken. Dit betekende dat Jackson de motor niet kon maken. “Hoe kunnen we nu nog thuis komen?” dacht Nick hardop. Broer en zus keken elkaar even aan. “Ik denk dat ik de motor wel kan maken” zei James. Verbaasde blikken keken hem aan. “Het zal misschien wat langer duren, maar ik denk dat het me zal lukken” verzekerde hij hun.

Alice hielp de sjamaan met het maken van een spalk voor Jackson’s been, terwijl de jongens een basiskamp opbouwde.

De dag erop gingen Ryder en Nick op onderzoek uit. Alice probeerde James een handje te helpen met het repareren van de motor en de sjamaan zwaaide met een stok. Hij was met zijn derde, zo niet al vierde, ritueel bezig om Jackson’s been te genezen.

Die avond zaten Ryder en Nick bij het kampvuur. Het schaap dat aan het zelfgemaakte spit boven het vuur hing, hadden de jongens die middag gevangen. “Als mijn berekeningen kloppen zijn we niet ver bij de ruïnes vandaan” Alice ging bij de twee jongens zitten. “Wat is niet ver?” vroeg Nick. “Als we flink doorlopen, kunnen we er met twee uur zijn” “We?” herhaalde Ryder. Alice knikte. “Het duurt nog wel even voordat James de motor gemaakt heeft” klonk haar uitleg. De twee jongens staarde elkaar even aan.

De volgende ochtend vertrok het drietal vroeg. James, Jackson en Bimo, de sjamaan, bleven achter. Vlak voor hun vertrek had James zijn zusje in een stevige knuffel getrokken en had hij zijn vrienden op het hart gedrukt goed op haar te letten.

“Ik dacht je zei dat het twee uur lopen was” Nick hakte wat lianen met zijn kapmes weg, terwijl hij zijn balans op de grote boomstam probeert te bewaren. “Ik zei als we doorlopen, hoe kon ik weten dat deze jungle vol obstakels zou zitten” Ryder trok haar de boomstam op. “Het is een jungle Alice” klaagde Nick. “Nick” klonk Ryder waarschuwend. “Wat? Het is toch zo? We lopen al ruim drie uur rond in deze bush” zijn irritatie was duidelijk te horen. Alice haalde de kompas uit haar rugzak en bestudeerde de naalden, “We lopen nog steeds in de goede richting”. Nick zuchtte diep. “De ruïnes kunnen nu niet meer ver zijn” Ryder pakte het kapmes van Nick over en nam de leiding. Bij de eerste stap die Alice zette werd ze verrast door de gladheid van de boomstam. Ze verloor haar evenwicht en viel met een harde klap op de grond. “Ally!” riep Nick, zijn ogen groot. Zijn bezorgdheid was duidelijk te horen. Ryder sprong van de stam af en stond binnen no-time aan haar zijde. “Niks aan de hand” zei ze terwijl ze snel op stond. Ryder keek haar vragend aan. “Echt” verzekerde ze hem. Samen klauterde ze beide de boomstam weer op en het drietal zette hun tocht voort.

Alice liep tussen de twee jongens in. Ryder voorop. Hij hakte een paar takken weg waarna een wand die versierd was met verschillende soorten scarabeeën zichtbaar werd. “Ik dacht dat scarabeeën iets typisch Egyptisch waren” merkte Nick op. Ryder’s ogen werden daarentegen groot. “De ruïnes” zei Alice met stralende ogen. Ryder knikte enkel.

De jongens duwde de ingang open. Alle drie pakte ze een zaklamp uit hun rugzakken. Nick liep de donkere gang in gevolgd door Alice. Ryder bleef stil voor de ingang staan. “Ryder?” Alice stond weer voor hem. “Ally, we hebben de ruïne gevonden” hij leek het nog niet helemaal te kunnen geloven. “Mijn ouders hebben al die jaren gelijk gehad” zei Ryder terwijl hij opkeek naar het grote bouwwerk. “Ik heb er nooit aan getwijfeld” glimlachte Alice. Ze pakte zijn hand vast. Met een glimlach keek Ryder haar aan. “Laten we naar dat masker gaan” zei ze en ze kneep hij zachtjes in zijn hand. Ryder boog naar voren en plaatste een kus op haar slaap. “Laten we gaan” hand in hand liepen ze de donkere gang in.

De wanden binnen waren met nog veel meer afbeeldingen versierd. Nog meer scarabeeën, tekens die wat weg hadden van hiërogliefen en woorden in een taal die ze alle drie niet spraken. Er leek geen stukje muur leeg gelaten. Ryder herkende bepaalde tekeningen en verschillende kamers van foto’s. “Ry, waar zit dit masker ongeveer?” vroeg Nick. Hij scheen met zijn zaklamp op zijn twee vrienden achter hem. “In zijn logboek had mijn vader het over de grote schatkamer” antwoordde Ryder. “We hebben al zeker zeven kamers gehad, hoeveel kamers heeft deze ruïne eigenlijk” “Twaalf” antwoordde Ryder zijn beste vriend. “Zou het niet logisch zijn als de grootste schatkamer zich helemaal onderin de ruïne zou bevinden?” dacht Alice hardop. Ryder knikte. “Het verst bij de uitgang vandaan, om zo de grootste schatten te beschermen” vulde hij aan. “Precies” nu was het aan Alice om te knikken. Ryder kneep zacht in haar hand terwijl ze verder liepen.

Er volgde een enorm lange donkere trap naar beneden, die leidde naar een klein kamertje. Ook deze wanden stonden vol met wandtekeningen. Op de grond stonden manden, vermoedelijk met kruiden om de schat te beschermen. “Zou die een beschermingsformule zijn?” Nick scheen met zijn zaklamp op de onleesbare woorden. “Je bedoelt een vloek?” vroeg Alice. “Dat denk ik wel” antwoordde Ryder. “Werken die dingen vaak niet éénmalig? Enkel voor degene die z’n ruïne als eerst betreden” dacht Nick hardop na. Alice kon de spanning in Ryder’s hand voelen. “Er is nooit bewezen dat die dingen echt bestaan” zei ze snel. Dit deed Nick opkijken en hij schonk zijn beste vriend een verontschuldigende blik.

De drie vrienden liepen het kleine kamertje door. Niet veel later stonden ze in een veel grotere kamer. Uit het niets vielen hun zaklampen uit. Fakkels begonnen één voor één te branden. Langzaam werd de ruimte verlicht. Drie paar ogen werden groot. “Het is prachtig” Alice klonk verwonderd. De ruimte was gigantisch. De muren waren beschilderd in verschillende kleuren. Wederom overal scarabeeën. Langs de muren lag water, dat ondanks dat deze ruïnes al honderden, dan wel  niet duizenden jaren oud was, nog steeds zo helder was dat je er jezelf in kon zien. In het midden van de ruimte stonden vier pilaren die tot het plafond reikte. Ze waren versierd met goud. Er stonden grote beelden en nog veel meer andere schatten. Achterin de ruimte stond een hoog plateau. Ryder liet Alice haar hand los en liep de drie treden op die naar een plateau leidde. Boven stond hij oog in oog met een gouden masker. Het masker was versierd met prachtige kleuren. Hat was het masker wat zijn vader als prachtig en van kostbare waarde had beschreven. Het was het masker met de twee gezichten…
   

"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

maandag 9 maart 2015

Vlucht: MH370

Afgelopen zondag was het precies een jaar geleden dat vlucht MH370 van Malaysia Airlines van de aardbodem verdween. Tot op de dag van vandaag is het nog steeds een raadsel wat er met het vliegtuig en de 239 inzittende is gebeurd.

Omdat ik het nieuws rond MH370 met arendsogen heb gevolgd (en eigenlijk nog steeds volg), wil ik toch nog even stil staan bij 8 maart. 8 maart 2015, de dag dat het vliegtuig precies een jaar vermist is. 8 maart 2015 de dag van het tussenrapport.

Het tussenrapport werpt helaas geen nieuw licht op de vermissing van de Maleisische Boeing. Wel meldt het rapport dat de accu van één van de zenders waarmee de locatie van het toestel bepaald kon worden al meer dan een jaar over datum was. Dat heeft mogelijk de kans verkleind om signalen van het toestel op te vangen. Ook wordt er in het rapport weer gesproken over de ruim 220 kilo mogelijk brandgevaarlijke batterijen die het vliegtuig aan boord had. Die vracht kwam uit Penang in het noordwesten van Maleisië en is niet meer nagekeken op het vliegveld voor de lading aan boord ging. De lithium-batterijen waren volgens de voorschriften van de Internationale Burgervluchtorganisatie (ICAO) verpakt.



Eerder dit jaar, op donderdag 29 januari 2015, maakten de Maleisische autoriteiten bekend dat vermiste vlucht MH370 officieel is verongelukt, alle 239 inzittende zijn hierbij doodverklaard. Dit zorgde bij mij voor een kippenvel-moment (en dan niet op een goede manier). Ongelooflijk...

Na verschillende theorieën (een suïcidale piloot, kaping, het Amerikaanse legerbasis die het vliegtuig zou hebben neergehaald (en de volgende dag een grote schipcontainer zou hebben besteld), Chinese spionnen die informatie over Amerika door wilde spelen, zwarte gaten, Bermudadriehoek-taferelen, een theorie over de betrokkenheid van Vladimir Poetin, er zijn zelfs mensen die denken dat het Maleisische vliegtuig wat in Oekraïne werd neergehaald (inderdaad de MH17) het  verdwenen toestel van 7 maart 2014 is en zo zijn er nog veel meer theorieën) en zoektochten is er nog steeds geen spoor van het verdwenen toestel gevonden. Men denkt dat het vliegtuig ergens in de Stille Oceaan is neergestort. Echter zijn er nog steeds geen brokstukken van de vermiste Boeing 777 gevonden.

As we speak zijn drie schepen van een Nederlands bedrijf, al vanaf oktober 2014, de oceaan meter voor meter aan het uitkammen. Ik weet niet meer precies waar en wanneer ik het gehoord heb, maar het gebied wat ze nu mee bezig zijn zal ong. mei 2015 helemaal uitgekamd zijn. Mocht er tegen die tijd nog geen spoor van MH370 gevonden zijn, dan is het nog maar de vraag of andere delen van de zee uitgekamd zullen worden. Want hoelang ga je met deze zoektocht door?

Er zijn nu experts die beweren dat er nu niet op de juiste plek gezocht wordt naar de vermiste Boeing. Ze hebben op basis van de laatste signalen van het toestel en de vermoedelijke snelheid een nieuwe vluchtroute gesimuleerd. Deze route is gebaseerd op data die de laatste maand door Malaysia Airlines is vrijgegeven, nadat nabestaanden forse kritiek hadden geuit op het handelen van de vliegmaatschappij.

Of het vliegtuig überhaupt in het water is neergestort? Ik heb er zo mijn vraagtekens bij. Zouden ze dan niet inmiddels brokstukken hebben moeten vinden? Hetzelfde geldt voor een brand aan boord of een ontploffing boven zee. Ik heb gelezen dat de hitte die vrijkomt bij een ontploffing en/of brand wordt waargenomen door satellieten en hier was niks op te zien...

Toch blijf ik het bizar vinden dat z'n groot vliegtuig in deze wereld vol moderne technologie zo maar van de aardbodem kan verdwijnen. Zelf denk ik nog steeds dat er wat anders is gebeurd...

Ik hoop alleen dat er voor de nabestaanden toch wat gevonden gaat worden.
Dat ze meer duidelijkheid zullen krijgen.

(Bovengenoemde informatie heb ik van verschillende nieuwssites wereldwijd)



"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

vrijdag 6 maart 2015

Lieve Olivia



                                                              ‘ Ergens, 4 februari 2015 ‘

Lieve Olivia,

Ik ben je heel dankbaar dat je me iedere keer weer schrijft. Dat je mij op de hoogte houdt over de situaties thuis. Ondanks je drukke studie maak je steeds tijd vrij om mij terug te schrijven. Zonder jouw brieven en foto’s zou het hier een stuk stiller zijn. Ik weet dat je vindt dat ik je niet hoef te bedanken, maar dat doe ik toch. Bedankt Liv.

Als het goed is ontvang je deze brief precies op de 14e, op Valentijnsdag. Valentijnsdag… Als ik er aan denk krijg ik al een brok in mijn keel. Ik mis m’n ouders en Lucy echt enorm. Zou jij ze van mij een knuffel willen geven?

Ik mis jou ook Liv, veel meer dan voorgaande keren.
Ik mis je stralende ogen, je warme knuffels, de kuiltjes in je wangen die je hebt als je lacht. Ik mis zelfs de momenten waarop je alles en iedereen met je camera achtervolgt om ieder moment vast te leggen, en je weet dat ik niet graag op de foto word gezet.

Kan je je onze strandwandeling nog herinneren? 
De wandeling vlak voordat ik werd uitgezonden. We liepen langs het water en kwamen dat oude stel tegen dat dacht dat we een koppel waren. Ze waren ervan overtuigd. En ik… bij mij werd er iets duidelijk. Iets wat ik toen niet uit durfde te spreken. Het afscheid de volgende dag op het vliegveld was me nog nooit zo zwaar gevallen. Het idee dat ik jou nooit meer zou zien, zou vasthouden… Dat ik toen niks gezegd heb neem ik mezelf nog steeds kwalijk. Of misschien wist ik het nog niet zeker… Maar laatst, tijdens een operatie waarin de kogels ons om de oren vlogen, kon ik maar aan één iemand denken. Jou.

Ik had het je graag anders verteld. Ik had me dit moment heel anders voorgesteld. Dan zou ik je hand vastpakken of een arm om je middel slaan, je aankijken en vertellen hoeveel ik van je hou. Want dat doe ik Olivia Benson.

IK HOU VAN JOU!

En bij deze beloof ik je dat ik je meeneem naar het strandhuisje. Geen Lucy, geen ouders of bekenden. Alleen jij en ik. Samen.

Xxx,
Jouw Liam


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Misschien kunnen jullie mijn wanhopige post van een week of twee (misschien inmiddels al wel drie) geleden nog herinneren? Het bericht waarin ik vertelde dat ik mensen in een openbare ruimte moest observeren, om zo een personage te creëren. Doet het weer een belletje rinkelen?

Klik op het sterretje om naar "Liefdesbrief, huiswerkopdracht(?) te gaan 


Jullie vragen jullie vast af welk personage Liam is. De personage geboren uit de observatie of het gesampelde personage? Ik kan jullie vertellen dat zowel Liam als Olivia uit de opdracht zijn voortgekomen. Liam komt uit de observatie opdracht en Olivia is ontstaan met behulp van de gesampelde opdracht.

Bovenstaande liefdesbrief is het resultaat van de huiswerkopdracht. Tijdens het schrijven van de brief borrelde al snel ideeën voor een nieuw verhaal. Die heb ik natuurlijk snel opgeschreven en worden, as we speak, uitgewerkt. Dus wie weet komt er in de toekomst meer.

Wat vinden jullie van de liefdesbrief?


"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

dinsdag 3 maart 2015

Story Cube Dinsdag, 1

Taadaa!!!
Tromgeroffel alstublieft!
Met trots presenteer ik jullie mijn allereerste Story Cube verhaal.

Op de foto zien jullie de negen afbeeldingen die ik met de dobbelstenen heb gegooid. Ik heb met de dobbelstenen drie combinaties gemaakt. Een begin, midden en een einde. Daarna ben ik gaan schrijven met onderstaand verhaal als resultaat.
 
Laat me weten wat jullie er van vinden. Ik ben erg benieuwd naar jullie reacties!
Volgende week ben ik weer terug met een nieuw Story Cube verhaal ;-)

 

---------------------------------------------------------------------------------------------------

Er was eens een prinses genaamd Autumn, vernoemd naar het seizoen waarin ze geboren was. De prinses had haar zo bruin als herfstbladeren en haar ogen waren zo groen als gras. Samen met haar ouders en haar broer, de koning, koningin en kroonprins, woonde ze in een prachtig kasteel. Omdat de koning en koningin hun dochter voor al het kwaads van buitenaf wilde beschermen, mocht de prinses het kasteel niet verlaten.

Het kasteel had een ophaalbrug en was omringd door een grote slotgracht. Autumn klom soms stiekem over de kasteelmuur, ze ging dan op de oever van de gracht zitten en hing met haar voeten in het water. Met een eigengemaakt hengel probeerde ze dan vissen uit de gracht te vangen, die ze natuurlijk altijd weer vrij liet in het water. Nooit ging ze naar de overkant van de gracht.

Toen Autumn ouder werd begon ze zich eenzaam te voelen. De vissen in de slotgracht waren haar enige vrienden. Autumn werd nieuwsgierig naar de buitenwereld. Het liefst zou ze op een paard springen en wegrijden, de wereld buiten het kasteel ontdekken… Maar dat mocht niet van haar ouders.

Op een dag, toen Autumn met haar voeten in het water zat, liep er een jongeman voorbij. Fluitend trok hij een kar voort. Een hond liep vrolijk voor hem uit. De prinses verstopte zich snel achter een struik en keek toe. De jongen had piekerig blond haar. En toen hij opkeek zag ze dat zijn ogen net zo blauw waren als de lucht op een heldere lente dag. Hij schepte met een schaaltje wat water uit de gracht en gaf het aan de hond. Autumn wist niet precies wat het was, maar deze jongeman had iets speciaals. Niet veel later liep hij fluitend verder, terwijl het hondje vrolijk blafte.

De prinses zorgde er voor dat ze de volgende dag om precies dezelfde tijd achter de struik zat, hetzelfde deed ze de dagen erna en telkens zag ze de jongen met het piekerige blonde haar en heldere blauwe ogen voorbij lopen. De hond liep altijd vrolijk voor hem uit. De kar trok hij altijd achter zich aan.

Tot hij op een dag niet voorbij kwam lopen. Prinses Autumn wist niet precies hoelang ze al achter de struik zat, maar ergens had ze het gevoel dat de jongeman vandaag niet zou komen. Misschien kwam hij morgen wel weer? Maar ook de dag erna verscheen de jongeman niet. Teleurgesteld klom ze de muur weer op. Ze hoopte maar dat alles goed met hem ging, dat ze hem morgen misschien wel weer zou zien. “Ik wist dat er iemand achter de struik zat” zei een stem. De prinses was verrast en greep bijna mis. Gelukkig kon ze zich nog net op tijd vastpakken. Autumn trok zichzelf omhoog  de muur op. Ze draaide zich om, haar ogen begonnen te stralen bij het zien van de heldere blauwe ogen en het piekerige blonde haar. Ze ging op de rand van de muur zitten en bungelde met haar benen over de rand. De ogen van de jongeman werden groot. “U bent de prinses…” snel maakte hij een buiging. Autumn negeerde zijn opmerking. “Waar is uw hond?” vroeg ze de jongeman. “Mijn hond is thuis, prinses” antwoordde hij. “Alsjeblieft, zeg toch Autumn” zei ze tegen de jongeman. Ze had er een hekel aan als mensen haar prinses noemde. “Prinses Autumn!” het was één van de wachters. Autumn keek even op. “Ik moet gaan” en de prinses rende weg.

De dag erna zat Autumn weer met haar voeten in het water. Ze hoopte zo dat ze de jongeman weer zou zien. En dat gebeurde ook. Hij nam plaats op de oever aan de overkant en hing met zijn voeten in het water. Die middag kwam Autumn te weten dat de jongeman Chord hete. Iedere dag liep hij langs het kasteel om naar het dorp iets verderop te gaan. Daar verkocht hij dan de groentes, eieren en kazen die zijn ouders op de boerderij oogstten.

Autumn zat iedere dag op haar vaste plekje en wachtte totdat Chord kwam. Dit deed ze als hij naar het dorp ging, maar ook als hij weer terug naar huis ging. Ze kwamen steeds meer over elkaar te weten. Zo had Chord twee oudere broers, hij was de jongste en moest alle rot klusjes doen. Zijn familie was erg muzikaal en zelf kon hij een aardig woordje zingen. Het liefst zou hij weg willen. Hij wilde meer zien dan het pad van en naar het dorp. Hij wilde de wereld verkennen.

Autumn vertelde hem over haar dromen. Dat ze het kasteel wilde verlaten en meer van het koninkrijk wilde zien. Ze wilde geen prinses meer zijn, tenminste niet als dat betekende dat ze het kasteel niet mocht verlaten. En zo ontstonden de plannen die twee avonden later in werking gingen.

De prinses klom ’s avonds ongezien over de muur. Ze verstopte zich achter de struik en wachtte op Chord, maar hij kwam niet. Na uren besloot Autumn de muur weer op te klimmen en naar binnen te gaan. De volgende ochtend zat ze weer op haar plekje, maar ook toen kwam Chord niet. Die nacht zat ze weer verstopt achter de struik, maar ook die avond verscheen Chord niet. Was hij hun afspraak vergeten?

Op een middag zat ze huilend aan de oever van de gracht. Had Chord haar achtergelaten? Hij leek een goede jongen. De vissen probeerde haar te troosten toen een bekende stem te horen was. “Autumn” de prinses keek met grote ogen op. Aan de overkant van de slotgracht stond Chord. “Het spijt mij dat ik niet eerder kon komen prinses” verontschuldigde hij. Snel droogde Autumn haar tranen. Die middag beloofde Chord dat hij haar die avond zou ophalen.

De rest van de middag bracht Autumn in haar kamer door. De middag had nog nooit zo lang geduurd. ’s Avonds klom ze over de muur en wachtte op de jongeman. Uit het niets verscheen aan de overkant het licht van een lantaarn. Het was Chord. Naast hem zat het hondje. Er verscheen een grote glimlach bij de prinses.

Met behulp van Chord kwam Autumn aan de andere kant van de slotgracht. Chord pakte de hand van de prinses vast en met zijn drieën rende ze snel het bos in, waar een groot paard op hun stond te wachten.

Chord en Autumn staarden elkaar aan. Chord verzamelde al zijn moed en gaf de prinses een kus. Bij beide verscheen een lichte bloos, die ze, door de duistere nacht, geen van beide konden zien. Autumn sloot even haar ogen en haalde diep adem. Ze opende haar ogen, trok Chord aan zijn shirt naar haar toe en plaatste zijn lippen op die van haar. Bij beide verscheen een glimlach.

“Laten we gaan” fluisterde Chord. Hij klom op het paard en hielp Autumn daarna achterop. De prinses sloeg haar armen om zijn middel en legde haar hoofd tegen zijn rug. Chord trok aan de teugels, tikte zijn hakken tegen de buik van het paard en stormde er met de prinses vandoor.

Samen reden ze de donkere nacht in. Het koninkrijk lag nu aan hun voeten.



"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

maandag 2 maart 2015

... Dinsdag

Hallo allemaal,

Daar ben ik weer!
Zoals jullie weten bestaat mijn blog Sabrina Diana's View nu een jaar. Dat vraagt dus om iets nieuws. Maar wat? Iets eenmaligs? Of iets wat ik regelmatig terug kan laten komen?

Mijn keuze gaat natuurlijk uit naar dit laatste. Maja, wat is regelmatig wat terug laten komen? Eén keer in de maand? Minder? Of misschien vaker? Ik heb besloten om, naast mijn 'gewone' updates, één keer in de week wat te plaatsen. De dinsdag heb ik hiervoor uitgekozen. (Of het me ook daadwerkelijk gaat lukken iedere dinsdag wat te plaatsen weet ik niet, maar ik ga er mijn uiterste best voor doen)

Oké, nu heb ik een vaste dag en ik weet dat ik hetgeen wekelijks wil plaatsen. Maar wat is 'hetgeen'? Wat wil ik gaan doen? Elfen? Haiku's? Andere dichtvorm? Nah, dat zal ik jullie (en mezelf) besparen ;-) Wat het dan wel gaat worden???

Tijdens het opruimen van mijn kast kwam ik het blauwe doosje Story Cubes (van Rory's) tegen, wat ik ongeveer twee jaar geleden in Londen heb gekocht. Het is een soort spel wat je met 9 dobbelstenen speelt. Iedere dobbelsteen kent 6 unieke afbeeldingen. In totaal zijn dat dus 54 unieke afbeeldingen.

Het is de bedoeling dat je de dobbelstenen schudt en gooit. Met de afbeeldingen die je opgegooid moet je dan een kort verhaal verzinnen. Dit kan natuurlijk van alles zijn. Door de 54 unieke afbeeldingen, zijn de mogelijkheden eindeloos.

 

Inmiddels ben ik in het bezit van drie verschillende Rory's Story Cubes. Het blauwe doosje, Actions, (9 dobbelstenen) wat ik in Londen kocht. Het oranje doosje, Classic, (ook 9 dobbelstenen) en het roze pakje, Enchanted, (3 dobbelstenen). Deze laatste set is een uitbreiding, maar kan ook los van de andere doosjes gebruikt worden.

Er is ook nog een groen doosje, Voyages, dit doosje telt ook 9 dobbelstenen.
Naast de Enchanted uitbreiding zijn er nog vijf andere uitbreidingen (allen bestaande uit 3 dobbelstenen), namelijk Clues (voor raadsels, mysteries en detectives), Prehistoria (hierbij kan je denken aan dino's, holbewoners, jagen met speren of met pijl en boog en massa's grote dieren), Score (denk hierbij aan sport), Medic (voor medische en wonderverhalen) en Intergalactic (voor een intergalactisch thema). Genoeg dus om mijn verzameling mee aan te vullen.

Maar terug naar de dinsdag, want ik begin af te dwalen...
Het lijkt mij dus een leuke uitdaging om iedere dinsdag een origineel Story Cube verhaal te plaatsen. Natuurlijk met foto, zodat jullie kunnen zien welke dobbelstenen ik heb opgegooid.

Morgen verschijnt dus mijn eerste Story Cube verhaal!
Wens me succes en wie weet tot morgen.






  "I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"