dinsdag 24 maart 2015

Story Cube Dinsdag, 4



Hallo allemaal,

Het is weer dinsdag en jullie weten inmiddels denk ik wel wat dat betekent...

Juist! Het is weer tijd voor een Story Cube verhaal!

Dit keer had ik de dobbelstenen ruim van te voren (lees bijna een week) opgegooid. Het verhaal liet echter wat langer op zich wachten. Vanochtend kreeg ik pas inspiratie voor een verhaal.

Met de volgende afbeeldingen is onderstaand verhaal tot stand gekomen.





---------------------------------------------------------------------------------------------------

Het was vroeg in de ochtend. De meeste gasten sliepen nog in het oude kasteel dat, met zijn honderden kamers, nu voldeed als een luxe hotel. De kamers waren groot, ontworpen voor rijke families die van Luxe hielden. Of in dit geval een groot gezin van zes, die deze reis in een loterij hadden gewonnen.


Het gezin dat de week in kamer 101 had doorgebracht was die ochtend al vroeg in de weer. Het was een familie die bestond twee hardwerkende ouders, drie puberende tieners van zeventien en zestien, een beginnende puber van twaalf en een peuter van twee. Zij waren al uren wakker en waren nu druk bezig met het inpakken van de laatste koffers.

“Niet te geloven dat deze week er alweer op zit” zuchtte de moeder van het gezin terwijl ze de broek van de peuter op trok. “Niet te geloven dat mensen bereid zijn veel geld neer te leggen om hier hun vakantie door te brengen. Je hebt hier geen bereik of WI-FI?!” klaagde hun oudste zoon. “PJ, er is meer dan dat scherm van je telefoon” zuchtte zijn moeder. PJ trok zich niks van zijn moeder aan. Hij viste zijn telefoon uit zijn broekzak en hield hem in de lucht. “Denk je echt dat dat je nu wel ineens bereik hebt?” vroeg zijn één jaar jongere zusje Lucy. Ze propte een stapel shirtjes in haar koffer en probeerde daarna snel de koffer dicht te slaan. “Het had toch gekund, Luce…” maar hij kreeg geen reactie. “Hé, help me eens” PJ keek op en zag dat Lucy op haar koffer was gaan zitten. Ondanks dat ze er met haar volle gewicht op zat leek ze haar koffer niet dicht te krijgen. PJ rolde met zijn ogen, meiden… Hij stopte zijn mobiel weer in zijn broekzak en nam plaats op de koffer. “Jemig Luce, wat neem je allemaal mee terug?” vroeg hij toen de koffer onder zijn gewicht nog niet helemaal sloot. “Gewoon wat spullen” antwoordde ze. “Schuif eens op” PJ deed wat ze hem vroeg en creëerde een klein beetje ruimte. Lucy leunde met haar knieën op de koffer waardoor de laatste centimeters dicht gingen. Snel trok Lucy de rits dicht. “Zou je me ook met mijn andere koffer willen helpen?” vroeg ze haar broer. “Oké” zuchtte PJ. Broer en zus liepen beide naar de paars gebloemde koffer. “PJ, Luce, hebben jullie mijn vergrootglas gezien?” hun jongere broertje, Spencer, kwam de kamer binnengestormd. “Heeft mam die niet in je koffer gedaan?” antwoordde PJ. Spencer schudde zijn hoofd. “Ik heb m’n hele koffer leeg gehaald, maar heb hem niet kunnen vinden” hij sloeg zijn armen over elkaar. “Je hebt wat?!” zei Lucy terwijl ze met grote ogen opkeek. “Ja hallo, ik had hem nodig” klonk Spencer’s verweer. “Als mam er achter komt” grijnsde PJ. “Spencer!!!” klonk de stem van hun moeder luid. Spencer kneep zijn ogen dicht. “Ik denk dat mam m’n lege koffer heeft gevonden…” zei hij zacht. “Spence, kom hier, nu!” riep hun moeder weer. Spencer draaide zich om en rende de kamer uit. Lucy duwde Spencer op haar koffer, ritste hem dicht en maakte de twee ritsjes met een hangslot vast.


Spencer pakte samen met hun mopperende moeder zijn koffer opnieuw in, terwijl hun vader de koffers op elkaar stapelt bij de deur. Hun koffers werden door een piccolo opgehaald en naar het taxibusje gebracht. En een halfuur later zat het hele gezin in het busje. De taxichauffeur reed hun langs velden die vol stonden met prachtige gekleurde bloemen.  “Penny, zie je de eendjes” Lucy zette de kleine peuter op haar schoot en wees naar de drie zwemmende eendjes in de rivier. “Eendjes!” klapte Penny enthousiast. De eendjes leken net met het busje mee te zwemmen. De chauffeur reed de burg over waarna ze verschillende kleine dorpjes passeerden. Na een uur stonden ze met zijn zessen voor het vliegveld. Penny werd door PJ gedragen, terwijl Lucy samen met hun ouders de koffers incheckte. Ze liepen door naar de douane, waar ze één voor één door de poortjes liepen. Natuurlijk gingen de alarmbellen bij Spencer af, die een handje vol muntgeld en een paperclip in zijn broekzak bleek te hebben. Het was haasten naar de gate, maar ze waren er nog net op tijd.

Na wat geïrriteerde blikken van hun medepassagiers zat de familie dan eindelijk in hun stoelen. Spencer zat bij het raam. PJ zat naast hem en naast PJ zat Lucy. In de rij voor hun zaten hun ouders met Penny tussen hun in. “PJ, heb jij nou nog wat voor Sarah kunnen vinden?” vroeg hun moeder terwijl ze tussen de twee stoelen door naar achteren keek. “Natuurlijk” grijnsde PJ. “Je hebt toch niet z’n suffe souvenir uit het hotelwinkeltje gekocht toch?” klonk Lucy. “Wat? Nee, natuurlijk niet” verdedigde PJ. Hij graaide met zijn hand in de binnenzak en haalde er een blauw doosje uit. PJ opende het doosje en een kettinkje met een vallende ster er aan. De monden van hun moeder en zusje vielen allebei open. “O PJ, het is schitterend” complimenteerde hun moeder. “Ik dacht omdat die plek bekend staat om de vallende sterren” legde PJ uit terwijl hij met zijn andere hand over zijn nek wreef. Lucy schudde verbaasd haar hoofd. “Hoe kan het dat jij z’n geweldig cadeau hebt uitgekozen. Jouw cadeaus zijn altijd vreselijk” haar verbazing was duidelijk hoorbaar. PJ klapte het doosje dicht en stopte het weer veilig in de binnenzak van zijn jas.


"I'm Sabrina and I'm just trying to be me in this big world"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten